Ze komt thuis van school, mijn dochter. Ik zie aan haar gezicht dat het een moeilijke dag geweest is. ‘Ik wil het er straks wel over hebben, moeke, maar nu moet ik even alleen zijn’.
Dat respecteer ik. Even later ga ik met wat troost-food naar boven… 5 M&M’s, een schale troost, ze worden desondanks in dank aangenomen, scheef glimlachje.
Dan volgt een heel gesprek waarin ze vertelt over de paniekaanval die ze op school gehad had, het mondmasker waardoor ze niet kon ademen. Afgelopen vrijdag was ze flauwgevallen op school… een stressreactie op alles wat er rondom haar gebeurt. De stress wanneer je ineens weer pijlen moet volgen die even daarvoor niet meer gevolgd hoefden te worden. De mondmaskers waren ze bijna gewoon, nu weer niet.
Vandaag kwamen er mensen in de klas peilen naar het welbevinden. Het maakte deze dochter boos, heel boos! Met grote dikke tranen riep ze uit: ‘Ja! En dan komen ze doen alsof ze inzitten met ons, alsof ons welbevinden hen ook maar iets uitmaakt! En ja, we krijgen wel begrip, iedereen ‘begrijpt’ ons, maar niemand komt voor ons op! En als ik geen mondmasker hoef op te zetten in de klas omdat ik hyperventileer en flauwval, ja dan moet ik achteraan in de klas zitten, ver weg van mijn vrienden en dan mag ik geen groepswerk maken.’
Mijn hart breekt, ik luister, ik zie haar.
En dan slaat mijn hart een tel over want ze vervolgt: ‘en dan vragen ze aan ons of we met iemand kunnen praten, of we naar een psycholoog gaan! Wàt??? Moeten wij nu al naar een psycholoog gaan omdat er niemand voor ons opkomt? En weet je wat, moeke, in mijn klas zijn er twee personen die niet naar een psycholoog gaan… IS DAT DAN NORMAAL?